seksuoloog
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: seksuoloog (hulp, bestand)
- IPA: (Nederland) /ˌsɛksʏwo'loɣ/, (Vlaanderen) /sɛksʏo'loʝ/
Woordafbreking
- sek·suo·loog
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van seksuologie met het achtervoegsel -loog
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | seksuoloog | seksuologen |
verkleinwoord | seksuoloogje | seksuoloogjes |
Zelfstandig naamwoord
de seksuoloog m
- (medisch) (beroep) wetenschapper die de seksuologie beoefent
Verwante begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord seksuoloog staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "seksuoloog" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be