schrikkeldag
- schrik·kel·dag
- samenstelling van schrikkel ww en dag [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schrikkeldag | schrikkeldagen |
verkleinwoord | schrikkeldagje | schrikkeldagjes |
de schrikkeldag m
- dag die in een schrikkeljaar wordt ingelast, de 29e februari (ongeveer elke 4 jaar)
1.
- Het woord schrikkeldag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "schrikkeldag" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be