schoolkind

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  schoolkind    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• school·kind

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  school  en  kind 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	schoolkind	schoolkinderen
verkleinwoord	schoolkindje	schoolkindjes

Zelfstandig naamwoord

het schoolkind o

1. (onderwijs) kind dat naar school gaat

Verwante begrippen

• schooljongen, schoolmeisje

Vertalingen

    1.   

Duits: Schulkind (de) o Engels: schoolchild (en) Frans: écolier (fr) m

Spaans: escolar (es) m/v Zweeds: skolbarn (sv)

Gangbaarheid

• Het woord schoolkind staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "schoolkind" herkend door:

98 %	van de Nederlanders;
97 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.