schommeling
- Geluid: schommeling (hulp, bestand)
- schom·me·ling
- Naamwoord van handeling van schommelen met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schommeling | schommelingen |
verkleinwoord | schommelingetje | schommelingetjes |
de schommeling v
- het zwevend door de lucht heen er weer bewegen (in een schommel)
- het ondergaan van willekeurige kleine veranderingen met de tijd
- In tijden van economische onzekerheid ondergaan de aandelenkoersen soms grote schommelingen.
- [2]fluctuatie
- Het woord schommeling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "schommeling" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be