scholeksters
- (IPA in voorbereiding)
- schol·ek·sters
- samenstelling van schol zn en eksters zn
- scholekster zn met de uitgang -s
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | scholeksters | |
verkleinwoord |
de scholeksters mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord scholekster
- meervoudsvorm als officiële benaming (steltloperachtigen) Haematopodidae een familie van vogels uit de orde steltloperachtigen. De familie telt een enkel geslacht (Haematopus ) met elf soorten
- [2] Afrikaanse zwarte scholekster, Amerikaanse bonte scholekster, Australische bonte scholekster, Australische zwarte scholekster, Canarische scholekster, chathamscholekster, Finsch' scholekster, magelhaenscholekster, Nieuw-Zeelandse zwarte scholekster, Noord-Amerikaanse zwarte scholekster, scholekster, Zuid-Amerikaanse zwarte scholekster
- Het woord scholeksters staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.