Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schil·der·ach·tig
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen schilderachtig schilderachtiger schilderachtigst
verbogen schilderachtige schilderachtigere schilderachtigste
partitief schilderachtigs schilderachtigers -

Bijvoeglijk naamwoord

schilderachtig

  1. zo mooi, prachtig en lieflijk dat het waard is er een schilderij van de maken
    • Zij woont in een schilderachtig dorpje. 
  2. romantisch, kleurrijk, bijzonder
     Hoewel de feesten de hoofdrol spelen, hebben ook enkele andere inspirerende en schilderachtige figuren een plaats gekregen. Zoals Franciscus, Hieronymus en Christofoor, die de hele wereld (het Christuskind) op zijn schouder draagt.[2]
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. schilderachtig op website: Etymologiebank.nl
  2. “Het hele jaar rond: van Sinterklaas tot Sintemaarten” (1973), Lemniscaat  , p. 7