schenkeldijk
- Geluid: schenkeldijk (hulp, bestand)
- IPA: / ˈsxɛŋkəlˌdɛik / (3 lettergrepen)
- schen·kel·dijk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schenkeldijk | schenkeldijken |
verkleinwoord | schenkeldijkje | schenkeldijkjes |
de schenkeldijk m
- (waterbeheer) korte dijk die een dwarsverbinding vormt tussen twee dicht bij elkaar gelegen dijken
- Het woord 'schenkeldijk' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron A.A. Beekman“Nederland als Polderland” (1884), Thieme, Zutphen, p. 142