Exemplaar uit Oekraïne.
  • (IPA in voorbereiding)
  • schel·to·pu·sik
enkelvoud meervoud
naamwoord scheltopusik scheltopusiks
verkleinwoord scheltopusikje scheltopusikjes

scheltopusik

  1. (reptielen) Pseudopus apodus   een hagedis uit de familie hazelwormen (Anguidae  )