• scha·kel·klok
enkelvoud meervoud
naamwoord schakelklok schakelklokken
verkleinwoord schakelklokje schakelklokjes

de schakelklokv / m

  1. (elektrotechniek) een schakelaar die om een bepaald tijdstip automatisch de schakeling omzet
    • Toen we op vakantie waren gebruikten we een schakelklok om 's avonds te laten lijken alsof we thuis waren.