• schaam·te·ge·voel
enkelvoud meervoud
naamwoord schaamtegevoel
verkleinwoord

het schaamtegevoelo

  1. de onprettige emotie dat je iets verkeerds hebt gedaan of bent
     Hij vond het natuurlijk, omdat hij het iedere dag deed en hij er, volgens zijn mening, niets verkeerds bij voelde of dacht; vandaar dat hij dat schaamtegevoel niet alleen als iets verouderde, maar ook als een persoonlijke belediging beschouwde.[2]
     "Als je als ouder het idee hebt dat je zoon of dochter op het punt staat om te vertrekken, dan is alle hulp welkom. Dan gaat het niet over schaamtegevoel, dan ben je bereid om zoveel mogelijk hulp te accepteren om ervoor te zorgen dat je kind niet dood terugkomt."[3]