schaalgrootte
- schaal·groot·te
- samenstelling van schaal zn en grootte zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schaalgrootte | schaalgroottes schaalgrootten |
verkleinwoord |
de schaalgrootte v
- (aardrijkskunde) de mate waarin een landschap op een landkaart verkleind wordt weergegeven
- (economie) de omvang van een bedrijf of organisatie
- ,,De verkoop van het familiebedrijf valt mij vanzelfsprekend zwaar", zo sprak directeur Martin Sanders. ,,Tegelijkertijd moet ik realistisch zijn en om in de stevig concurrerende puzzelmarkt te kunnen overleven, is schaalgrootte essentieel."[1]
- Think ETF's is een in 2009 opgerichte aanbieder van indextrackers. In een toelichting stelt Germyns dat Think ETF's voor een volgende groeifase betere mogelijkheden heeft onder de vleugels van een wereldwijd opererende partner om zo de vereiste schaalgrootte te verkrijgen.[2]
- Mits voor een voldoende schaalgrootte wordt gekozen, maken deze ontwikkelingen het mogelijk de overgang van een fossiele economie naar een schone waterstofeconomie aanzienlijk te versnellen.[3]
- Het woord schaalgrootte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "schaalgrootte" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ de Telegraaf 31-1-2018
- ↑ de Telegraaf 20 jan. 2018
- ↑ de Telegraaf VERMEEND EN VAN DER PLOEG 04 nov. 2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be