• sar·co·pe·nie
enkelvoud meervoud
naamwoord sarcopenie
verkleinwoord

de sarcopeniev

  1. (medisch) lage spiermassa en daardoor verminderde spierkracht als gevolg van ouder worden, immobiliteit en leefstijl, dieet of ziekte
     Als een echt leeftijdsgebonden fenomeen doet sarcopenie zich dus ook voor bij de gezonde oudere.[3]
  1.   Weblink bron Gearchiveerde versie
    Janssen, Ian
    Evolution of sarcopenia research in: Applied Physiology, Nutrition, and Metabolism, jrg. 35 nr. 5 (29 september 2010), 707-712
  2.   Weblink bron Gearchiveerde versie
    Astrid Y. Bijlsma e.a.
    Stand van zaken: Sarcopenie; Op weg naar klinische toepasbaarheid (21 maart 2013) in: Nederlands Tijdschrift Geneeskunde, jrg. 157 nr. 19 (21 mei 2013)
  3.   Weblink bron Gearchiveerde versie
    Vandewoude, Maurits
    Sarcopenie als component van “frailty", jrg. 38 nr. 1 (1 februari 2007), Bohn Stafleu van Loghum (Uitgeverij voor de gezondheidszorg) in: Tijdschrift voor Gerontologie en Geriatrie, jrg. 3 nr. 1 (1 februari 2007), 12–14