1. Twee sagaaien uit Madagascar (boven de metalen onderdelen van nabij).
  • sa·gaai
enkelvoud meervoud
naamwoord sagaai sagaaien
verkleinwoord - -

de sagaaiv / m

  1. (militair) (geschiedenis) licht houten werpspeer met en geharde of metalen punt, zoals die in Afrika werden gebruikt
    • Haar linkerhand bestuurde het paard en haar rechter hield de sagaai omhooggeheven, om die, zoodra de gazelle onder haar bereik was, op het vlugge dier te werpen. [3]
8 % van de Nederlanders;
16 % van de Vlamingen.[4]