De Logansaffier.
  • saf·fier
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘edelgesteente’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1]
  • Ontleend aan het Hebreeuwse ספּיר (sapir).
2 enkelvoud meervoud
naamwoord saffier saffieren
verkleinwoord saffiertje saffiertjes
1 enkelvoud meervoud
naamwoord saffier -
verkleinwoord - -

saffier

  1. o (mineraal) een kostbare, transparante blauwe edelsteensoort die een variant is van korund (α-Al2O3)
  2. v/m een edelsteen, bestaande uit [1]
Onderstaande vertalingen dienen nagekeken te worden en omgezet in de bovenstaande tabellen. Nummers na de vertalingen komen niet noodzakelijk overeen met de opgegeven definities. Voor meer uitleg zie WikiWoordenboek:Hoe vertalingen nakijken.
95 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[2]