Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • saf·fie·ren
stellend
onverbogen (alleen
attributief)
verbogen

Bijvoeglijk naamwoord

saffieren

  1. met saffieren vervaardigd

Zelfstandig naamwoord

de saffierenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord saffier

Gangbaarheid

84 % van de Nederlanders;
84 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be