saddle
- Geluid: saddle (VS) (hulp, bestand)
- IPA: /ˈsæd(ə)l/
- erfwoord via Middelengels sadel van Angelsaksisch sadol
enkelvoud | meervoud |
---|---|
saddle | saddles |
saddle
- (paardrijden) (verkeer) zadel (op een paard, motor of fiets)
- (aardrijkskunde) zadel, bergpas
- (muziek) zadel, kam (deel snaarinstrument)
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to saddle |
he/she/it | saddles |
verleden tijd | saddled |
voltooid deelwoord |
saddled |
onvoltooid deelwoord |
saddling |
gebiedende wijs | saddle |
saddle
- In onderzoek van 2014-2018 door het Centrum voor Leesonderzoek werd "saddle" herkend door:
99 % | van de Amerikanen; |
100 % | van de Britten.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 18 februari 2020 “Measures of word prevalence for 61,800 English words” op ugent.be