ruilverkaveling
- Geluid: ruilverkaveling (hulp, bestand)
- IPA: / ˈrœylvərˌkavəlɪŋ / (5 lettergrepen)
- ruil·ver·ka·ve·ling
- samenstelling van ruilen ww en verkaveling zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ruilverkaveling | ruilverkavelingen |
verkleinwoord |
de ruilverkaveling v
- proces waarbij boeren stukken land met elkaar ruilen zodat er grote percelen ontstaan met betere mogelijkheden voor gemechaniseerde landbouw
- ▸ Volgens Van Swaay zien we nu het staartje van een proces dat in de jaren vijftig in gang is gezet. ‘Tot de Tweede Wereldoorlog werd de landbouw in West Europa bestierd door keuterboertjes. In de jaren vijftig kwam de ruilverkaveling op gang. Slootjes en bermen verdwenen.’[2]
- ▸ De vernielingen van deze maand betroffen vooral het verstoppen van spijkers en stalen pijpen in oogstrijpe maisvelden en het kapot snijden van veevoerdekzeilen. Het vermoeden bestaat dat de daders in de hoek van wildjagers moeten worden gezocht, die door ruilverkaveling hun jachtpercelen zijn kwijtgeraakt.[3]
1. proces waarbij boeren stukken land met elkaar ruilen zodanig dat de versnippering van het grondeigendom wordt tenietgedaan
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord ruilverkaveling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Tomas van Dijk“Insectenpopulaties kelderen” (21 oktober 2017) op standaard.be
- ↑ Weblink bron Bernardo van Hal & Leo Klaasse“Wie zaagt er nou 2.500 fruitboompjes door?” (20 oktober 2017) op ad.nl