royal
- ro·yal
- van Engels royal; eind 20e eeuw gebruikt voor leden van de Engelse koninklijke familie, maar begin 21e eeuw ook voor leden van koninklijke families in het algemeen gangbaar geworden
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | royal | royals |
verkleinwoord | - | - |
- lid van een koninklijke familie
- Het woord royal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Lenaerts, J.Prinses Mabel is eerste Nederlandse royal die twittert (5 december 2009) op website Gazet van Antwerpen: gva.be; geraadpleegd 2016-09-01
- ↑ Sjouwerman, P.De Denen willen elkaar vertrouwen, maar durven ze het nog? (17 februari 2015) op website: Trouw.nl; geraadpleegd 2016-09-01
- ↑ Den Haag op z'n paasbest (2 april 2015) op website: Telegraaf.nl; geraaadpleegd 2016-09-01
- roy·al
- via Oudfrans van Latijn regalis "koninklijk"
royal
enkelvoud | meervoud |
---|---|
royal | royals |
royal
- lid van een koninklijke familie
- royal
- van Latijn regalis "koninklijk"
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
mannelijk | royal | royaux |
vrouwelijk | royale | royales |
royal m
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
royal | le royal | royals | les royals |
royal m
- (numismatiek) reaal, naam van verschillende Franse gouden munten
- (voeding) bepaald soort chocoladegebak