reaal
- re·aal
- Leenwoord uit het Spaans, in de betekenis van ‘munt’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1343 [1] [2] [3][4]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | reaal | realen |
verkleinwoord | - | - |
- (numismatiek) een historische oorspronkelijk Spaanse muntsoort, waarvan het soort metaal (goud, zilver of koper) en het gewicht van land tot land en periode tot periode kon verschillen
- Het woord reaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "reaal" herkend door:
75 % | van de Nederlanders; |
42 % | van de Vlamingen.[7] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "reaal" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ reaal op website: Etymologiebank.nl
- ↑ reaal op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be