rookzuil

Nederlands

[2] rookzuil

Uitspraak

• Geluid:  rookzuil    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• rook·zuil

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  rook zn  en  zuil zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	rookzuil	rookzuilen
verkleinwoord	rookzuiltje	rookzuiltjes

Zelfstandig naamwoord

de rookzuil v / m

1. een kolom van rook

   ▸ De brand was te ver weg om te kunnen zien of er iets aan gedaan werd. Omdat hij niet merkbaar bewoog, zag de rookzuil er tamelijk onschuldig uit.

   ▸ De vulkaan La Soufrière op het Caribische eiland Saint Vincent is uitgebarsten. Vervolgens steeg er een zes tot acht kilometer hoge rookzuil op uit de krater. De hulpdiensten op het eiland houden rekening met asregens.

2. paal waaromheen het is toegestaan om tabak te roken

Synoniemen

• [1] rookkolom, rookpilaar
• [2] rookpaal, pafpaal

Gangbaarheid

• Het woord rookzuil staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.