roodbaard
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- rood·baard
Woordherkomst en -opbouw
- erfwoord via Middelnederlands rootbaert van Oudnederlands rodbard, op te vatten als samenstelling van rood bn en baard zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | roodbaard | roodbaarden |
verkleinwoord | roodbaardje | roodbaardjes |
Zelfstandig naamwoord
de roodbaard m
- (zangvogels) roodborst, roodborstje
- (visserij) rode poon
- persoon met rossige baard
Gangbaarheid
- Het woord roodbaard staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "roodbaard" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be