roepstem
- roep·stem
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | roepstem | roepstemmen |
verkleinwoord | roepstemmetje | roepstemmetjes |
- zeer luide stem
- ▸ Als ik eraan toevoeg óp de toppen van mijn stem', bedoel ik mijn innerlijke roepstem, die oneindig veel luider klinkt en verder reikt dan waartoe mijn stembanden in samenwerking met de trillende lucht in staat zijn.[2]
- een oproep tot handelen
- ▸ Daarnaast kreeg ook de rechtse blogger Marcel Bas het manifest van Breivik. Bas schreef, net als de andere twee Nederlandse geadresseerden, voor het blad en de site Bitter Lemon. Dit was de voorloper van Catholica. Bas heeft nu een eigen nationalistisch getinte pagina met de titel Roepstem.net.[3]
- [2] rappel, aanmaning, waarschuwing
2. een oproep tot handelen
- Het woord roepstem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Tonio : een requiemroman” (2011), De Bezige Bij , ISBN 9789023467014
- ↑ Weblink bron “Nog twee Nederlanders op lijst Breivik” (9-07-2011), Tubantia