Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • ri·vier·don·der·pad
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rivierdonderpad rivierdonderpadden
verkleinwoord rivierdonderpadje rivierdonderpadjes

Zelfstandig naamwoord

de rivierdonderpadv / m

  1. (straalvinnigen) Cottus perifretum   een gewervelde vis. In de literatuur van voor 2005 wordt deze donderpad nog Cottus gobio   genoemd. Dit is echter een andere soort die leeft in het Oostzeegebied en Midden-Europa. Beide soorten behoren tot de circa 15 in Europa voorkomende soorten uit het geslacht Cottus  . Dit zijn zoetwatervissen uit een familie van zowel zoet- als zoutwatervissen, de donderpadden
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie