• ril·le·rig
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen rillerig rilleriger rillerigst
verbogen rillerige rillerigere rillerigste
partitief rillerigs rillerigers -

rillerig

  1. als je je wat koortsig voelt zodat je de neiging hebt om te rillen
98 % van de Nederlanders;
81 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be