rijkeluiskind
- rij·ke·luis·kind
- samenstelling van rijkelui en kind met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rijkeluiskind | rijkeluiskinderen |
verkleinwoord | rijkeluiskindje | rijkeluiskindjes |
het rijkeluiskind o
- (pejoratief), (maatschappij) kind uit een rijke familie
- Ze had hem in het begin een echt rijkeluiskind gevonden, iemand die zijn talent en zijn positie min of meer bij zijn geboorte had meegekregen.[1]
- Het woord rijkeluiskind staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Liedje van verlangen: De Stanislaski's, N.Roberts, 2012