riddervissen
- (IPA in voorbereiding)
- rid·der·vis·sen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | riddervissen | |
verkleinwoord |
de riddervissen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord riddervis
- meervoudsvorm als officiële benaming (straalvinnigen) een geslacht Equetus van straalvinnige vissen uit de familie van ombervissen (Sciaenidae ). Het geslacht is voor het eerst wetenschappelijk beschreven in 1815 door Rafinesque
- [2] ombervissen, baarsvissen, baarsachtigen, stekelvinnigen, beenvissen, straalvinnigen, beenvisachtigen, chordadieren, dieren
- Het woord 'riddervissen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.