reuzenbekhaai
- (IPA in voorbereiding)
- reu·zen·bek·haai
- samenstelling van reuzenbek zn en haai zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | reuzenbekhaai | reuzenbekhaaien |
verkleinwoord | reuzenbekhaaitje | reuzenbekhaaitjes |
de reuzenbekhaai m
- (kraakbeenvissen) Megachasma pelagios een van de grootste en vreemdste vondsten uit de diepzee sinds jaren. Het eerste exemplaar werd in 1976 opgevist. Tegenwoordig worden zij ingedeeld in hun eigen familie, Megachasmidae , maar het is mogelijk dat zij ingedeeld horen te worden bij de Cetorhinidae
- makreelhaaien, haaien, haaien en roggen, kraakbeenvissen, kaakdieren, gewervelden, chordadieren, dieren
- Het woord 'reuzenbekhaai' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.