retoucheren
- Geluid: retoucheren (hulp, bestand)
- IPA: / ˌretuˈʃerə(n) / (4 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /rətu'ʃɪːrə(n)/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /rətu'ʃeːrə(n)/
- re·tou·che·ren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
retoucheren |
retoucheerde |
geretoucheerd |
zwak -d | volledig |
retoucheren [1]
- wijzigingen aanbrengen aan een foto
- Hij retoucheerde de foto om de kleuren bij te stellen.
- Het woord retoucheren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "retoucheren" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be