retouche
- re·tou·che
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘het bijwerken’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1] [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | retouche | retouches |
verkleinwoord | retoucheje retouchetje |
retouchejes retouchetjes |
- het bijwerken (retoucheren) van foto's enz
- bijgewerkte plaats op een schilderij, foto enz
- Het woord retouche staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "retouche" herkend door:
80 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "retouche" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ retouche op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be