• re·sus·fac·tor
enkelvoud meervoud
naamwoord resusfactor resusfactoren
verkleinwoord - -

de resusfactorm

  1. (biologie) antigene stof in het bloed, agglutinogeen in de rode bloedcellen
     Het is bekend dat toediening van bloed van een verkeerde bloedgroep en de verkeerde resusfactor vrijwel zeker de dood veroorzaakt.[5]
83 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[6]