• res·tau·ra·tie·werk
enkelvoud meervoud
naamwoord restauratiewerk restauratiewerken
verkleinwoord restauratiewerkje restauratiewerkjes

het restauratiewerko [1]

  1. alle arbeid die men verricht bij het repareren van oude gebouwen
     Ik had mijn vader zelfs vergezeld naar enkele huizen waar restauratiewerk moest worden uitgevoerd.[2]
     Museumopbrengst Italië naar restauratiewerk[3]
  2. iets dat het resultaat is van restaureren
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Victoria Holt
    “Minnares van de duivel” (1982), Saga, ISBN 9788726484731
  3.   Weblink bron “Museumopbrengst Italië naar restauratiewerk” (zondag 28 augustus 2016, 07:54), NOS