herstelwerk
- Geluid: herstelwerk (hulp, bestand)
- her·stel·werk
- samenstelling van herstellen ww en werk zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | herstelwerk | herstelwerken |
verkleinwoord | herstelwerkje | herstelwerkjes |
het herstelwerk o
- het repareren van iets dat kapot is gegaan
- ▸ Juffrouw Catharina logeert buiten bij de jonge freule van Gronsveld; Bergsma leidt op last van de Prins de herstelwerken te Bergen op Zoom.[1]
- het resultaat van repareren
- ▸ Voor de restauratie zal Dooijes allereerst oud herstelwerk ongedaan moeten maken: breuklijnen zijn in het verleden bijgewerkt met mortel. "Dat lijkt op het zandsteen van de kist, maar het water waar mortel mee gemaakt wordt, trekt in de poreuze steen. Daardoor zet vuiligheid of kleurresten zich als een rand vast verderop in de steen. Die verkleuring is heel storend."[2]
- Het woord herstelwerk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ “Gewassen vlees” (2014), Em. Querido's Uitgeverij , ISBN 9789021436173
- ↑ Weblink bron “Sarcofaag van Simpelveld wordt uit elkaar gehaald” (21-09-2020), NOS