• res pu·bli·ca
enkelvoud meervoud
naamwoord res publica -
verkleinwoord - -

de res publicav

  1. openbare zaak, algemeen belang, staat
    • De jeugd krijgt door deze ouderlijke verantwoordelijkheid een toekomst. Ook de politieke verantwoordelijkheid van een politicus/politica voor de res publica, de publieke zaak, de politieke gemeenschap, vertoont deze niet-wederkerige relatie, als het goed is tenminste. [1]


res publica v

  1. openbare zaak, algemeen belang, staat