rendierlipvis
- (IPA in voorbereiding)
- ren·dier·lip·vis
- samenstelling van rendier zn en lipvis zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rendierlipvis | rendierlipvissen |
verkleinwoord | rendierlipvisje | rendierlipvisjes |
de rendierlipvis m
- (straalvinnigen) Novaculichthys taeniourus een lipvis van het geslacht Novaculichthys . Hij komt voor in riffen van de Grote Oceaan en Indische Oceaan op een diepte van 3 tot 25 m en wordt 30 cm groot
- lipvissen, lipvisachtigen, baarsachtigen, stekelvinnigen, beenvissen, straalvinnigen, beenvisachtigen, gewervelden, chordadieren, dieren
- Het woord 'rendierlipvis' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.