Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: regulátor


  • re·gu·la·tor
enkelvoud meervoud
naamwoord regulator regulatoren
regulators
verkleinwoord - -

de regulatorm [3]

  1. regulateur, regelaar
  2. regelende kracht, toezichthouder
97 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[4]