• re·gi·o·nen

de regionenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord regio (verouderd) of (formeel)
     De ruimtesonde New Horizons is dinsdagochtend aangekomen in de buitenste regionen van ons zonnestelsel.[3]
  2. alleen meervoud (figuurlijk) gebieden in het geestelijk leven
     Terwijl Trump zondag via Twitter zijn aanvallen op Justin Trudeau en de internationale handelsorde voortzette, probeerden de leiders van de G6 na het debacle in Quebec zondag en maandag de diplomatieke betrekkingen in normale regionen te houden.[4]
     Het boek is spannend (die orkaan) en grappig (die drie jonge Amerikanen), origineel en typisch Woltz, en leert ons iets over opgroeien, in het bijzonder in het digitale tijdperk. Heeft Woltz dan een gouden ei gelegd, of is er meer aan de hand in de hoogste regionen van de kwaliteitsjeugdboeken?[5]
  3. alleen meervoud (figuurlijk) groepen of lagen in het sociale leven
     Het coronavirus circuleert wereldwijd ook in de hoogste regionen van de macht. Meerdere staatshoofden raakten besmet en een aantal van hen maakte de ziekte door.[6]
     In de onderste regionen van de eredivisie kan elk punt het verschil tussen eredivisie en eerste divisie betekenen.[7]
91 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[8]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. regionen op website: Etymologiebank.nl
  3.   Weblink bron
    Rik Wassens
    “Ruimtesonde New Horizons bereikt rand van het zonnestelsel” (2 januari 2019) op nrc.nl  
  4.   Weblink bron
    Maartje Somers
    “‘G6’ terughoudend na tweetstorm Trump” (12 juni 2018) op nrc.nl  
  5.   Weblink bron
    Thomas de Veen
    “Ik zag twee beren hutspot koken” (10 april 2015) op nrc.nl  
  6.   Weblink bron “Deze wereldleiders testten positief op het coronavirus” (2 oktober 2020) op nrc.nl  
  7.   Weblink bron “Excelsior stijgt, Roda JC is bijna veilig” (18 april 2016) op nrc.nl  
  8.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


  • re·gio·nen
Naar frequentie 21223

regionen

  1. nominatief bepaald mannelijk enkelvoud van region


  • re·gio·nen
Naar frequentie 21192

regionen

  1. nominatief bepaald mannelijk enkelvoud van region


  • re·gio·nen

regionen

  1. nominatief bepaald mannelijk enkelvoud van region