• re·gie
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘leiding’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1767 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord regie regies
regieën
verkleinwoord regietje regietjes

de regiev

  1. de inhoudelijke en artistieke leiding
    • De regisseur had de regie bij het maken van de film. 
  2. het leiding geven, aansturen
     De helft van de staatsorder ging om een woningencomplex dat onder gemeentelijke regie zou worden geleid, dus een onderdeel zou worden van wat het algemeen belang werd genoemd.[2]
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]