Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·cla·me·zuil
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord reclamezuil reclamezuilen
verkleinwoord reclamezuiltje reclamezuiltjes

Zelfstandig naamwoord

de reclamezuilv / m

  1. object om goederen, diensten of merken aan te prijzen dat vanaf de grond minstens tot ooghoogte reikt, maar veel minder breed en diep is
    • Agis betaalt fysiotherapeuten extra als ze een reclamezuil in de praktijk zetten. [2]
    1. straatmeubel in de vorm van een bouwsel met rondom ruimte voor aanplakbiljetten die goederen, diensten of merknamen aanprijzen
      • Hij wilde uitrusten en nadenken over zijn toekomstig lot, en las werktuigelijk de biljetten, welke op een dichtbij staande reclamezuil waren aangeplakt. [3]
    2. hoge mast langs drukke weg met rondom aan twee of meer kanten borden waarop goederen, diensten of merknamen worden aangeprezen
      • Er zijn volgens het Nationaal Adviesbureau Buitenreclame geen harde bewijzen dat een digitale mast de verkeersveiligheid kan beïnvloeden, omdat er geen onderzoeksresultaten bekend zijn. Rijkswaterstaat meldde in oktober wel dat in de buurt van een digitale reclamezuil langs de A12 bij Zoetermeer (richting Utrecht) meer ongevallen waren na plaatsing van de zuil dan in dezelfde periode een jaar eerder. [4]
    3. hoog en smal bouwsel langs de weg dat vooral dient als een bord waarop een of meer beeldmerken of reclames staan die betrekking hebben op bedrijven die daar gevestigd zijn
      • De reclamezuil van de oliemaatschappij van zes meter hoogte komt aan de weg te staan. [5]
      • Er is een nieuwe spuitcabine gekomen, het pand heeft een verfje gehad en er komt nog een reclamezuil met daarop alle dealerschappen. [6]
  2. (figuurlijk) opvallend voorwerp dat (of opvallend persoon die) ergens een gunstige indruk van geeft
    • Minstens zo belangrijk is de marketingtournee die in die week afgelegd moet worden: de sterauteur als wandelende reclamezuil voor het literaire boek tijdens de tien feestdagen. [7]
    • De reeks zou de aandacht moeten trekken van een breed publiek door spraakmakende essays die eerder in tijdschriften en kranten waren verschenen in een nieuw verband te presenteren. De reeks diende ook als reclamezuil voor de uitgeverij: zij vestigde immers de aandacht op auteurs die veelal moeilijk verkoopbare titels bij Stols hadden lopen en zorgde voor de opwaardering van het fonds met nieuwe Nederlandse letterkunde. [8]
  3. (figuurlijk) (pejoratief) met overmatig veel bedrijfslogo's getooid persoon of voorwerp
    • Tekenend is ook dat het Rijksmuseum wel zijn negentiende-eeuwse afdeling renoveert en vernieuwt, maar geen raad weet met zijn collectie buitenlandse schilderijen en de onderdoorgang omtovert tot een grote reclamezuil. [9]
Typische woordcombinaties
  • [2], [3] levende reclamezuil (ook gezegd van sporters met erg veel logo's van sponsor op de kleding)
  • [2], [3] wandelende reclamezuil (ook gezegd van sporters met erg veel logo's van sponsor op de kleding)

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen