Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rechts·re·gel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rechtsregel rechtsregels
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de rechtsregelm

  1. (juridisch) wettelijke verplichting; wettelijk voorschrift
     " Zolang er geen numerus fixus voor een studie bestaat en de student voldoet aan de voorwaarden, mag iedereen het onderwijs volgen. Een student uit China krijgt daarbij dezelfde toegang tot kennis als iedere andere student. Tenzij de scholen een rechtsregel van het ministerie van Onderwijs of Justitie krijgen opgelegd dat ze bepaalde groepen moeten uitsluiten."[2]
     De onafhankelijkheidsverklaring van de Krim vormt geen schending van het internationaal recht, hoewel westerse leiders anders beweren. Er is geen internationale rechtsregel die de inwoners van een deel van een staat verbiedt zich af te scheiden. Het volkenrecht is hier neutraal in: een bevolkongsgroep kan geen recht op afscheiding claimen, maar het is ook niet verboden.[3]
Synoniemen

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Onderwijs kan zich niet indekken tegen spionage China” (24-04-2008), Tubantia
  3.   Weblink bron “Oekraïne: meer autonomie Krim en oosten bespreekbaar” (10-03-2014), Tubantia