• ra·dio·lo·gisch
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen radiologisch radiologischer
verbogen radiologische radiologischere
partitief radiologisch radiologischers -

radiologisch

  1. (medisch) met betrekking tot het medisch specialisme dat zich bezig houdt met het opzoeken van de aard en de plaats van een ziekte, letsel of aandoening door middel van stralen of golven
  2. (wetenschap) met betrekking tot de wetenschap van de radioactiviteit
95 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

(radioactief verval)

  • Zie Wikipedia voor meer informatie. (medisch)