Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ra·dio·ac·tief
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen radioactief radioactiever radioactiefst
verbogen radioactieve radioactievere radioactiefste
partitief radioactiefs radioactievers -

Bijvoeglijk naamwoord

radioactief

  1. (natuurkunde) door instabiliteit van de atoomkern materiële deeltjes en/of elektromagnetische straling uitzendend
    • Bij de door de aardbeving en de erdoor veroorzaakte vloedgolf beschadigde reactoren kwamen
      radioactieve stoffen vrij.
       
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen