rabbijns
- rab·bijns
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | rabbijns | rabbijnser | rabbijnst |
verbogen | rabbijnse | rabbijnsere | rabbijnste |
partitief | rabbijns | rabbijnsers | - |
rabbijns
- (Jiddisch-Hebreeuws) van de rabbijnen, horend tot de (traditie van) de rabbijnen
1.
- Het woord rabbijns staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rabbijns" herkend door:
63 % | van de Nederlanders; |
61 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be