rabbinaal
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- rab·bi·naal
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | rabbinaal | rabbinaler | rabbinaalst |
verbogen | rabbinale | rabbinalere | rabbinaalste |
partitief | rabbinaals | rabbinalers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
rabbinaal [3]
- (Jiddisch-Hebreeuws) van of door een rabbijn
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord rabbinaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rabbinaal" herkend door:
49 % | van de Nederlanders; |
35 % | van de Vlamingen.[4] |