purgatief
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pur·ga·tief
Woordherkomst en -opbouw
- via Oudfrans purgatif van laat Latijn purgativus [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | purgatief | purgatieven |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het purgatief o
- (medisch) middel tegen verstopping, laxeermiddel
Vertalingen
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | purgatief | purgatiever | purgatiefst |
verbogen | purgatieve | purgatievere | purgatiefste |
partitief | purgatiefs | purgatievers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
purgatief
Gangbaarheid
- Het woord purgatief staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "purgatief" herkend door:
47 % | van de Nederlanders; |
72 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be