• pro·vo·ca·tief
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen provocatief provocatiever provocatiefst
verbogen provocatieve provocatievere provocatiefste
partitief provocatiefs provocatievers -

provocatief

  1. met de bedoeling om iemand te ergeren en boos te maken
     Deze vertelling, die de verhaalstijl van de evangeliën navolgt en ogenschijnlijk is geschreven door Judas' zoon, Benjamin, is provocatief, overtuigend en controversieel.[1]
     Naast de maatregelen gericht op de samenwerking met Amerika, treft China ook sancties tegen Pelosi persoonlijk en haar familie. Wat die sancties inhouden is onduidelijk. In een verklaring zegt China haar acties op te vatten als "gemeen en provocatief". Pelosi bracht als voorzitter van het Huis van Afgevaardigden een bezoek aan Taiwan, hoewel haar dat ook van Amerikaanse zijde was afgeraden.[2]
  2. (juridisch) van een handeling dat deze als doel heeft een ander uit te lokken tot een bepaalde handeling
  1. “Het evangelie volgens Judas” (2007), SAGA, ISBN 9788726487985
  2.   Weblink bron “China schort dialoog over klimaat en militaire gesprekken met VS op” (Vrijdag 5 augustus 2022, 14:34), NOS