provisiekelder
- pro·vi·sie·kel·der
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | provisiekelder | provisiekelders |
verkleinwoord | provisiekeldertje | provisiekeldertjes |
de provisiekelder m
- koele ruimte onder een gebouw waarin men voedsel kan bewaren
- ▸ Na aftrek van wat we hadden geleend en aan de Mikoelitsyns hebben teruggegeven, hebben we wel zo'n twintig zakken, die allemaal in de grootste opslagruimte van de provisiekelder liggen met daarboven, op de vloer, een laag hooi en oude gescheurde dekens.[2]
- Het woord provisiekelder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.