cave
- Leenwoord uit het (Oud-)Frans cave.
enkelvoud | meervoud |
---|---|
cave | caves |
cave
cave v
- kelder
- wijnkelder
- (figuurlijk) drankenkast (à liqueur(s)), wijnkast (à vin(s))
- (figuurlijk) wijnverzameling
cave
- hol
- ingezonken, ingezakt (van ogen, kaken)
- (spreektaal) lijp, schlemielig
- «Ce cave, on va le castagner.»
- Die oen, die trimmen we in elkaar. [1]
- «Ce cave, on va le castagner.»
vervoeging van |
---|
cavar |
cave