• wijn·kast
enkelvoud meervoud
naamwoord wijnkast wijnkasten
verkleinwoord wijnkastje wijnkastjes

de wijnkastv / m

  1. geklimatiseerde (koel)kast waarin men wijn goed kan bewaren; vervanger van een wijnkelder
    • Geschonken worden deze avond vooral witte wijnen. De Chardonay uit Zuid-Afrika en Sauvignon van Salentijn komen uit de betere klassen en kleuren uitstekend met de elegante keuken van Kanton. The Oriental Swan beschikt overigens over een indrukwekkende wijnkast, die bij binnenkomst niet gemist kan worden. Vooraanstaande wijnhuizen tonen zich hier overzichtelijk als een soort eregalerij achter glas. [2] 
    • Wat ze knap hebben gedaan is de uitstraling van het restaurant. Het heeft iets van 'hotelchique' (fraaie banken, goede verlichting, de lift omgebouwd tot wijnkast), maar is door het open karakter ook toegankelijk voor een breed publiek. Het Circustheater, als fuik voor veel klandizie, ligt er niet voor niets pal naast. De mediterraanse keuken in algemene zin is leidend voor het restaurant. [3] 
    • De splinternieuwe vleesvitrine is nog leeg, hier en daar ligt wat gruis op de vloer en de grill is nog leeg. Het is vrijdagmiddag, een paar uur voor de officiële heropening van bistro T-Bone in Enter. Personeel en werklieden zetten de puntjes op de i. Een werknemer schroeft met zorg een wijnkast in elkaar. [4] 
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[5]