progressief
- Geluid: progressief (hulp, bestand)
- pro·gres·sief
- afgeleid van progressie met het achtervoegsel -ief
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | progressief | progressiever | progressiefst |
verbogen | progressieve | progressievere | progressiefste |
partitief | progressiefs | progressievers | - |
progressief
- (politiek) vooruitstrevend
- ▸ Je opa Henri en je vader Antoine, allebei moderne, progressieve mannen, gebruiken de naam van het geslacht de Chantery zelden, en de adellijke titels nog minder, en dat is heel sympathiek.[1]
- voortschrijdend
- evenredig stijgend (met het bedrag of inkomen)
- 1. conservatief
- 2. regressief
1. vooruitstrevend
2-3
- Het woord progressief staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "progressief" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044632767
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be