Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • pres·te·sønn
Woordherkomst en -opbouw
Naar frequentie 80551
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   prestesønn     prestesønnen     prestesønner     prestesønnene  
genitief   prestesønns     prestesønnens     prestesønners     prestesønnenes  

Zelfstandig naamwoord

prestesønn, m

  1. (familie) priesterzoon, , zoon van een priester
    «Bjørnstjerne Bjørnson var prestesønn
    Bjørnstjerne Bjørnson was een priesterzoon.
Synoniemen